History

   

                     

                                                      Bengaal cat

is een van de snelst groeiende en meest populaire volbloed Ras in de wereld.

De geschiedenis van de "BENGAAL"

De Bengaal is ontstaan uit kruisingen tussen de gedomesticeerde huiskat en de Bengaalse tijgerkat (Asian Leopard Cat). De eerste kruisingen hebben plaatsgevonden in de Verenigde Staten eind jaren 50, met als doel een vriendelijke huiskat met het uiterlijk van een wilde kat te fokken om zo de vraag naar wilde katten terug te dringen.

Eind jaren 70 kwam er een onderzoek vanuit de universiteit van Californie naar de veelvoorkomende natuurlijke immuniteit voor katten leukemie bij de Bengaalse tijgerkat. Dr. Willard Centerwall, professor in genetica, leidde dit onderzoek met behulp van acht Bengaalse tijgerkatten en enkele domesticeerde huiskatten.

In 1983 werd het ras geregistreerd bij TICA (The international Cat Assocition) en pas in 1999 bij de FIFé ( Fedreation Internationale Feline ) erkend.
Diverse fokkers fokken nu de Bengaal, waarbij vooral in de Verenigde Staten nog gebruikt wordt gemaakt van kruising met de Bengaalse tijgerkat. Het houden van de Bengaalse tijgerkat is in Nederland verboden.
De kruising tussen een gedomesticeerde huiskat en een Bengaalse tijgerkat wordt een F1 generatie genoemd.
De katers van een F1 generatie zijn altijd steriel ( niet vruchtbaar).
Een F2 generatie heeft dus altijd een gedomesticeerde kat als vader, vroeger werd hier veel de Egyptische Mau of de Ocicat voor gebuikt, tegenwoordig een Bengaal van latere generaties. Katers van deze F2 combinatie zijn bijna altijd steriel. Ook van de F3 genereatie zijn de katers nog niet altijd vruchtbaar.

De Bengaal is een zeer populair ras in de Verenigde Staten en heeft ook in Nederland een groeiende populariteit.
                                         
Het karakter van de Bengaal moet vriendelijk, nieuwsgierig en actief zijn.
Bengalen hebben een natuurlijke intelligentie en nieuwsgierigheid van de ALC meegekregen, daar de ALC deze kenmerken nodig heeft om in het wild te kunnen overleven.
De meeste Bengalen schuwen geen water. Stromend water vinden ze heerlijk om mee te spelen en uit te drinken. Een enkeling doet in het stromende water zijn plasje.
De Bengaal is zeer sociaal en aanhankelijk ten opzichte van mens, kat en andere dieren. Ze vinden het heerlijk om aandacht te krijgen, of dat nu is in de vorm van een aai- of een speelpartij.
Een enkele Bengaal houdt niet van andere katten, maar dit komt niet veel voor, daar de Bengaal zich makkelijk aanpast aan andere katten.

De standaard, zoals het uiterlijk van de Bengaal er uit moet zien.

 

De kop is iets langer dan breed en is relatief klein ten op zichte van het lichaam.
De kop heeft een vrijwel recht neus profiel, waarbij het voorhoofd vloeiend over hoort te gaan in het brede geknepen snuitje met goed ontwikkelde snorhaar kussens.
De neus is redelijk lang en breed, maar mag zeker niet spits zijn.
De jukbenen dienen hoog geplaatst te zijn.
De kin dient stevig te zijn.

De ogen zijn groot, ovaal, bijna rond en iets wat schuin geplaatst.
De ogen staan relatief wijd uit elkaar.

De oren zijn breed aan de basis en staan redelijk wijd uit elkaar.
Ze mogen ook zeker niet te wijd uit elkaar staan.
De tamelijk ronde oren zijn breed aan de basis en moeten klein
zijn met afgeronde toppen.
Ook spitse en grote puntige oren zijn uit den boze.
Op de oren mogen geen pluimpjes zitten.

Het lichaam moet lang en gespierd zijn met een vrij lange en stevige nek.
 ronde voeten. De poten moeten stevig en gespierd zijn met grote
De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten. de poten hebben een
stevige botstructuur.

De staart heeft een middelmatige lengte en is vrij dik.
De staart wordt aan het uiteinde smaller en heeft een ronde top.

De vacht van de Bengaal is kort, dik, vol en voelt extreem zacht aan.
Men spreekt ook vaak over een pels in plaats van een vacht.
Kitten s hebben soms een iets langere vacht, maar dit is toegstaan.
Naarmate kitten's ouder worden en uit de zo gehete fuzzie komen
zullen de eventuele langere haren verdwijnen

Agressieve Bengalen of onhandelbare Bengalen worden gediskwalificeerd bij showdeelname, het wordt afgeraden met agressieveen/of onhandelbare Bengalen te fokken.

Tevens is het niet toegestaan dat Bengalen witte vlekken
hebben, de zogehete medaillons.
Ronde oester vormen bij het marble patroon zijn niet
toegestaan, alsmede verticale strepen bij het spotte patroon.

De Bengaal is er in twee verschillende patroonvarianten,het gevlekte en het gemarmerde.
Binnen deze twee verschillende patronen zijn er weer
twee verschillende kleur slagen, de black tabby en de sneeuw bengaal.

De traditionele kleur en patroon van de Bengaal is dievan de ALC
(Asian Leopard Cat), de black tabby spotted.

Patronen:
De gevlekte Bengaal: (tabby spotted en rozet)

Iedere gevlekte Bengaal heeft zijn eigen unieke tekening met een
grote variatie aan, vlek grootte, vlek patroon en grondkleur.
De kleur van de vlekken kan varieren van lichtbruin tot gitzwart,
waarbij het van groot belang is dat er een zeer duidelijk contrast is tussende vlek en de grondkleur.
Men geeft dan ook de voorkeur aan grote donkere vlekken op een
(niet té)
warme ondergrond, maar men prefereert vooral rozetten.

Rozetten zijn vlekken, waarbij het centrum warmer gekleurd isdan de grondkleur.
Het warmer gekleurde centrum kan zich bevinden in het
binnenste van een vlek( doughnut rozet), maar het warm
gekleurde centrum kan zich ook bevinden in een soort cirkel
van vlekken.
De vlek kan ook aan één zijde een warmere  kleur hebben, de gehete shaduwrozetten

De willekeurig geplaatste vlekken of rozetten dienen in een vloeiend horizontaal 
patroon te lopen, waarbij de spotten zo ver mogenlijk op de poten dienen door te lopen.
Strepen op de poten en de ringen om de staart moeten zoveel mogelijk opgebroken zijn.

De grondkleur kan varieren van grijs tot donkerrood.
Er wordt een voorkeur gegeven aaneen warme ondergrond.
 
Een hele lichte, bij voorkeur witte buik, geeft een wildere uitstraling
aan de de Bengaal, zoals ook de ACL dit bijzondere kenmerk heeft.
De lichtere buik kleur moet geleidelijk, zonder scherpe aftekening,
bij de flanken overgaan in de warme ondergrond richting de rug.

Op de buik moeten altijd duidelijke scherp afgetekende vlekken zitten.
De haren van de ondergrond dienen vrij te zijn van ticking (agouti),
dat wil zeggen dat één individuele haar niet meerder kleuren mag
hebben.
Hoe minder ticking de bengaal heeft,  des te scherper het patroon.
Er is wel een toegestane variant van ticking, waarbij het uiteinde
van de haren een we noemen dit goud glitter.
Goud glitter geeft de Bengaal een bijzonder spectaculaire uitstraling en is afkomstig van een voorouder van reeds vele Bengalen,de Indiase straatkat"Millwood Tory of Delhi".
Goudglitter is een niet vereiste recessieve eigenschap,
die zeer uniek is voor de Bengaal.

De gemarmerde Bengaal (tabby marble)  
 
Dit patroon bestaat uit vrij brede horizontaal geplaatste strepen.
De vloeiend geplaatste strepen hebben vaak een binnenste deel met
een warmere kleur.
Net zoals bij de gevlekte Bengaal zijn alle kleuren ondergrond
toegestaan van lichtgeel tot  donkerrood.
Hoe meer verschillende kleuren het marble patroon heeft
des te spectaculairder de Bengaal.
 
 
De black tabby Bengaal
 
De black tabby is de traditionele kleur van de Bengaal, deze
kleurvariant  is dominant ten opzichte van de hierna volgende kleuren.
De ondergrond kan varieren van lichtgeel tot donkerrood.
 
 

De Sneeuwbengaal    
 
De Sneeuw bengaal openbaart zich alleen wanneer er vanuit beide ouders het
recessieve gen voor sneeuw wordt meegegeven. De Sneeuw bengaal is in drie soorten onder te verdelen, namelijk:
 
 
1) De seal linx tabby: deze Bengaal heeft een patroon (gevlekt of gemarmerd)
op een ivoorwitte ondergrond,
De ogen van deze Bengaal zijn blauw, de seal linx tabby heeft twee genen voor Siamees (van elke ouder één gen).

2) De seal sepia tabby: deze Bengaal heeft een patroon (gevlekt of gemarmerd)op een ivoor witte ondergrond, De ogen van deze Bengaal zijn goudkleurig, de
seal sepia tabby heeft twee genen voor Burmees (van elke ouder één gen).

3) De seal mink tabby: deze Bengaal heeft een patroon
(gevlekt of gemarmerd) op een ivoor witte ondergrond,
De ogen van deze Bengaal zijn aqua- of groen van kleur, de seal mink tabby heeft één gen voor
Siamees en één gen voor Burmees.
 
 

De blauwe Bengaal  
 
Deze kleurslag is niet erkend in Nederland ondanks het feit dat hij vrij veel voorkomt.
De kleur blauw is een ongewenste kleur, die zich alleen openbaart
wanneer er vanuit beide ouders het recessieve gen voor blauw wordt
meegegeven.

 
De zilveren Bengaal  
 
Zilver tabby is een kleurslag die wederom niet in Nederland erkend is.
De kleur silver is in tegenstelling tot de sneeuw- of blauwe Bengaal een
kleurslag die voortkomt uit een dominant gen. Wanneer je geen zilver
ziet, is het dus ook niet aanwezig in de genen. Een black tabby Bengaal
al dan niet voortgekomen uit zilver ouders, kan dus nooit zilveren kittens
krijgen.